YOUth

Het laatste nieuws

Het babybrein klaargestoomd voor de maatschappij

Baby’s ontwikkelen zich razendsnel in het eerste levensjaar en vooral hun vermogen om in contact te zijn met anderen neemt toe. Pasgeborenen kunnen niet veel meer dan huilen om de buitenwereld te laten weten hoe zij zich voelen, maar na een jaar kunnen ze heel veel meer: babbelen, oogcontact zoeken en reageren op emoties van anderen. Hoe komt dat?

Het onderzoek van YOUth-onderzoeker Bauke van der Velde levert belangrijke aanwijzingen. Hij ontdekte dat er in de loop van het eerste jaar een grote ontwikkeling in de hersenen is, waarbij hersengebieden die nodig zijn om het gedrag van andere mensen te begrijpen veel beter gaan samenwerken en een efficiënt netwerk gaan vormen. Deze ontwikkeling in het babybrein is belangrijk voor baby’s die opgroeien in een omgeving waarin mensen voortdurend veel en complexe signalen naar elkaar zenden – het babybrein wordt in deze periode dus klaargestoomd voor de maatschappij.

De hersenen van baby’s ontwikkelen zich dus super snel. Bauke: “Het lijkt er op dat er in de ontwikkeling van het babybrein als eerste wordt gefocust op het verwerken van sociale prikkels.” Op zich niet vreemd als je bedenkt dat baby’s erg afhankelijk zijn van anderen en het dus handig is om sociale informatie te kunnen verwerken.

Sociaal versus niet sociaal
Bauke onderzocht hersenprocessen bij een grote groep van 850 baby’s – allemaal deelnemers van het YOUth-onderzoek, een langlopende studie naar de ontwikkeling van kinderen – die met ongeveer 5 maanden en met 10 maanden video’s te zien kregen. Video’s met mensen die een kinderliedje zongen en andere video’s met beelden van speelgoed dat (uit zichzelf) bewoog. Tijdens het kijken naar de video’s werd gemeten met EEG of de hersenen van de baby’s anders reageren op de video’s met de mensen dan die met speelgoed. Met andere woorden: of ze sociale informatie op een andere manier verwerken en of dat verandert als ze ouder worden. Bauke keek specifiek naar de manier waarop hersengebieden met elkaar communiceren en informatie uitwisselen.

Hersenactiviteit meten  in het babybrein
Bauke toont met zijn onderzoek aan dat er bij baby’s van 5 maanden vooral achterin de hersenen veel informatie-uitwisseling plaatsvindt, dit is het gedeelte waar visuele informatie wordt verwerkt (visuele schors). Dat betekent dat de hersenen vooral zijn gericht op de analyse van het beeldmateriaal en er is weinig communicatie tussen de sociale hersengebieden die aan de zij- en voorkant van de hersenen liggen. Bij baby’s van 10 maanden zie je ineens een verschil. Dan ontstaat er intensieve communicatie tussen de hersengebieden die te maken hebben met het analyseren van verschillende aspecten van sociale informatie. Bauke: “Dat betekent dat baby’s op deze leeftijd video’s met mensen anders gaan verwerken. We denken dat dit komt door het sociale karakter ervan.”

Subtiele verschillen
Bauke heeft de communicatie tussen hersengebieden gemeten met EEG, dat zijn elektrodes die in een soort badmuts op het babyhoofdje worden gezet. Daarmee kan de elektrische activiteit die de hersenen veroorzaken als ze actief zijn, gemeten worden. Dat ziet eruit als een patroon van golven die verschillen in snelheid en grootte, afhankelijk van de taak waarmee een bepaald hersengebied bezig is. Door te kijken naar de snelheid van de golven en het moment waarop ze optreden, kan je veel te weten komen over de communicatie tussen hersengebieden en de mate waarin ze samenwerken bij het verwerken van ingewikkelde informatie, zoals sociale informatie. Bauke: “Dit klinkt allemaal heel simpel, maar het lastige is dat de verschillen erg subtiel en heel klein zijn.”

Grote groepen baby’s
Omdat het om zulke kleine verschillen gaat is het belangrijk onderzoek te doen bij grote groepen baby’s. Alleen dan kan je met meer zekerheid iets zeggen over de manier waarop het vermogen om met anderen om te gaan zich ontwikkelt en wat de hersenen daarmee te maken hebben. Precies dat is wat het YOUth-onderzoek zo bijzonder maakt: de grote aantallen kinderen die meedoen in het onderzoek, en de bijzondere technieken die gebruikt worden, zoals de analyse van hersennetwerken.

Het niet verwonderlijk dat dit soort onderzoek zeldzaam is. Het vraagt een flinke organisatie, logistiek en expertise. Die expertise is zo belangrijk, omdat onderzoek met baby’s is niet altijd makkelijk is. Bauke: “Een baby een taak laten doen is heel wat lastiger dan een volwassene die je kan vragen zich te concentreren, stil te zitten en vooral geen elektrodes los te trekken.”

Stukje van de puzzel
Ook YOUth-hoofdonderzoeker Chantal Kemner is erg enthousiast over de publicatie van Bauke. “Dit resultaat is echt fantastisch; we kunnen nu meekijken met de grote veranderingen die het babybrein ondergaat in het eerste jaar. De ontwikkeling van kinderen is heel complex. Er zijn zo veel factoren die invloed hebben op het wel of niet gezond opgroeien van een kind. Met dit onderzoek hebben we een belangrijk begin gemaakt om bijvoorbeeld te snappen hoe de omgeving waarin een kind opgroeit de ontwikkeling van haar sociale vaardigheden beïnvloedt.” En dit soort kennis is cruciaal. “We weten dat de eerste 1001 dagen in het leven van een kind essentieel zijn voor de ontwikkeling van de hersenen en voor alle vaardigheden. Als het daar al niet goed gaat, kan dat op latere leeftijd grote gevolgen hebben. Daarom is het zo belangrijk om kinderen op hele jonge leeftijd al te onderzoeken, zoals Bauke heeft gedaan.”

Ook een bijdrage leveren aan de wetenschap?
Voor het YOUth-onderzoek zoeken we nog zwangere vrouwen die het leuk vinden om mee te doen. Ben je minder dan 20 weken zwanger en woon je in de provincie Utrecht? Kijk dan op www.youthonderzoek.nl/baby-kind voor meer informatie.